Direct naar de inhoud
EMT Blog
Nieuwsartikel30 september 2020

Over (interculturele) communicatie als beroepsvaardigheid en vooruitzichten voor vertaalstagiairs

Door Dr. Ludovica Maggi, onderzoeksmedewerker, directeur academische afdeling, Interculturele Communicatie en Vertaling, ISIT, Parijs. Vertaald vanuit het Engels door Kimberly Casier en gereviseerd door Nicolas Goossens in het kader van Vertaalbureausimulatie, Master of Arts in het Vertalen, Vrije Universiteit Brussel  

Keyboard and post-it notes on a desk

Januari 2014. Ik kwam voor het eerst in contact met ISIT in Parijs door een leeropdracht in technische vertaling, snel gevolgd door een opdracht webvertaling en nog een voor zakelijke vertaling.

Ik kwam hier met een samengestelde achtergrond, die soms een hinderpaal bleek (en blijkt) in een land waar consequent zijn vanzelfsprekend is en in bepaalde beroepsmilieus waar ervaring in niet-verwante domeinen eerder wordt beschouwd als een bewijs van verminderde bekwaamheid in het relevante domein dan als een bron van aanvullende vaardigheden, laat staan een toegevoegde waarde. Ik studeerde klassieke talen, specialiseerde me vervolgens in bedrijfsbeheer en communicatie en werkte in de internationale marketing, alvorens terug te keren naar de (moderne) talen en een nieuw academisch, toen professioneel avontuur te starten in vertalen en tolken, met nadruk op bedrijfs-, marketing en institutioneel discours.

Vanaf de eerste dag was het me duidelijk dat niemand bij ISIT het me ooit kwalijk zou nemen dat ik zoveel (inconsistente!) paden verkende. Ik had eerder het geruststellende gevoel dat ik me gevestigd had in een ongewoon ruimdenkend land, een plaats waar kruisbestuiving werd beschouwd als de meest natuurlijke sleutel tot succes in het onderwijs en op beroepsniveau.

Vijf jaar later leidde ik uiteindelijk het ISIT-masterprogramma Interculturele Communicatie en Vertaling. Sindsdien betekent dat voor mij: het omarmen en ontwikkelen – door middel van onderwijs, onderzoek en pedagogische technieken – van een visie op vertalen die geworteld is in (interculturele) communicatie.

Op Internationale Vertaaldag is deze post een essentieel, pretentieloos manifest over het voedende potentieel van (interculturele) communicatie voor vertaalopleidingen en -praktijken, zoals ik die heb leren waarderen en promoten binnen deze masteropleiding.

Communicatie voor vertaling of vertaling als communicatie

Bij ISIT hangt het motto "vertalen is communiceren" niet aan muren, want het zit rotsvast in het hoofd van elke student. Het wordt in de colleges Communicatie- en Vertaaltheorieën uitgedragen met het volgende memento: algemene communicatieprincipes vormen de basis van een geslaagde vertaling. Het voorwerp van vertaling is immers niet een reeks woorden, maar een hele communicatiesetting. In dit kader vormt het lineaire model communicator-boodschap-kanaal-ontvanger (met andere woorden: wie zegt wat via welk kanaal tegen wie) het vertrekpunt voor een kritische behandeling van bron- en doelteksten dat ook rekening houdt met gewenste effecten, mogelijke interferentie, ontvangst en feedback en zich uitstrekt tot de pragmatiek, met de fundamentele categorieën van de taalhandeling, context en performance, dat wil zeggen het volbrengen van een taalhandeling in zijn context (zie het cursusmateriaal van C. Durieux).  

Hier worden ook tekstualisering en discoursanalyse onder de loep genomen.

Geïnspireerd door de tekstuele linguïstiek (met name J.M. Adam), wil translationele tekstualisering de aandacht vestigen op de sleutelrol van verbondenheid in geschreven communicatie. Studenten worden gevraagd om structuur te geven aan de vertaling (D. Seleskovic/M. Lederer), niet alleen door in het algemeen de semantische consistentie en de linguïstische samenhang te reproduceren en in het bijzonder de articulatiemarkeerders te respecteren, de organisatie van tijd en ruimte en de logische connectoren, maar ook door de bronsegmenten te rangschikken in een functioneel doelnetwerk, waarin de formele architecturale keuzes een invloed hebben op de betekenisontvangst.  Naast het knippen, samenvoegen of verplaatsen van bronsegmenten kan dit ook inhouden dat er wordt ingegrepen in de interne volgorde van deze segmenten, om de focalisatie en de thematische progressie (bekend versus nieuw) af te stemmen op de verwachtingen van de doelsprekers en/of de canons van de doelgenres.

De discoursanalyse (D. Maingueneau, P. Chareaudeau) wordt aangewend om pragmatische inzichten uit te diepen en tegelijk de nadruk te leggen op het sociale aspect van de communicatie. Vertaalstudenten worden aangemoedigd om met haar theoretische categorieën rekening te houden bij het creëren van doelteksten waarin de algemene communicatieve functionaliteit wordt versterkt door het besef van de feitelijke buitentekstuele context waarin het discours wordt gebracht en ontvangen. Daartoe wordt met name gewezen op het belang van de sociale identiteit (kennis, deskundigheid, autoriteit van het communicatiesubject zoals erkend door de communicatiepartners) en van de discoursidentiteit (afstemming van discoursvorm en -inhoud op de sociale identiteit, inzet van een geslaagd contact met de partners en geloofwaardigheid voor het onderwerp). Daarnaast worden communicatiecontract, -situatie en -genre voorgesteld, respectievelijk als 1) een wederkerig begrip van betekenisconstructie, met interactie en beïnvloeding als de voornaamste doelstellingen van communicatie, 2) de sociale plaats waarin communicatie voorkomt, dat wil zeggen een specifiek praktijkdomein met specifieke rollen, relaties, doelstellingen en thema's die eraan verbonden zijn, 3) een geheel van vormen en taalgewoonten die door een specifieke praktijkgemeenschap worden gedeeld. Ook worden communicatiedoelstellingen - zoals informatie, voorschrift, demonstratie of instructie - en discoursattitudes – zoals neutraliteit, engagement, verleiding, polemiek of dramatisering – aangehaald. Bovendien wordt de aandacht gevestigd op sociaal-discursieve denkbeelden, d.w.z. de onderliggende systemen van overtuigingen die vormgeven aan de inhoud van het discours en de intertekstualiteit stimuleren. Ook kritische discoursanalyse wordt besproken, waarbij gefocust wordt op thematische gebieden die verband houden met machtsdynamiek (T. Van Dijck).

Ten slotte wordt communicatie opnieuw in de cyclus opgenomen als een globaal pragmatisch kader, een systemisch netwerk van actoren, doelstellingen, strategieën en kanalen (politiek, bedrijfsleven, media, publieke opinie, het web ...) waarin individuele communicatiehandelingen plaatsvinden en zinvol worden.

Vertalen voor communicatie of de vertaler als communicatieprofessional

Bij ISIT is communicatie niet alleen een theoretische achtergrond. Communicatie wordt beschouwd als een professionele sfeer, als de primaire receptieve omgeving van vertalingen. In die zin moet een vertaling niet alleen algemeen communicatief zijn, maar ook geschikt voor de communicatiedoeleinden van specifieke actoren: ondernemingen, merken, nationale instellingen en internationale organisaties, mediakanalen ... Om deze uitdaging aan te gaan, worden de studenten opgeleid om de communicatieve functionaliteit op een gerichte manier te ontwikkelen: het prototypische "wie-zegt-wat-in-welk-kanaal-tegen-wie"-communicatieprincipe – aangevuld met discursief bewustzijn en een duidelijke visie op zakelijke, institutionele en mediacommunicatiepraktijken – dat zich dus vertaalt in een concrete analyse van de communicatiestrategieën, boodschappen, plannen, doelstellingen, toon en dragers van een potentiële klant in een bepaalde context, zowel in verband met zijn activiteit als zijn externe ecosysteem. De studenten krijgen met name te maken met CRS-verslagen, financiële communicatie, inhoud voor e-commerce, reclamemateriaal, parlementaire verslagen, persberichten, video-interviews, institutionele websites, sociale bewustmakingscampagnes, social media-accounts van stichtingen, ngo's en publieke personen, technische (interne, B2B of B2C) documenten, wetenschappelijk voorlichtingsmateriaal voor het grote publiek, nieuwsartikelen ...

Om beter te begrijpen waar het concreet om gaat in elke brontekst, wordt een grondige kennis van communicatiepraktijken verzekerd via een reeks "niet-vertaalgerichte" en interactieve cursussen: bedrijfsbeheer, bedrijfscommunicatie, digitale communicatie, communicatieplanning, marketing, webmarketing, analyse en constructie van webinterfaces, merkimago, gemeenschapsbeheer, internationale communicatie, crisiscommunicatie, persrelaties ... Een aanvullende reeks hands-on schrijf- en vertaalworkshops (zoals webvertaling, vertaling van bedrijfscommunicatie, vertaling-communicatie-transcreatie, schrijven voor het web ...) voorziet ruimte voor de studenten om te oefenen met vertalen voor communicatie, met specifieke aandacht voor discursieve stand en tekstuele ordening in doelteksten.

Gesterkt door hun communicatieve visie en vaardigheden, worden de studenten verzocht om zichzelf op de markt als boodschappers te zien en te positioneren. Zij werken immers samen met andere communicatieprofessionals en ondersteunen hen bij het bereiken van de doelstellingen van hun klanten. Bovendien delen zij met boodschappers een reeks werkmethoden en vereiste vaardigheden die ten volle rechtvaardigen dat zij in een gemeenschappelijke beroepscategorie worden ingedeeld. Net als boodschappers zijn vertalers verkenners van bronnen: vaak worden zij geconfronteerd met onderwerpen waarin ze geen expert zijn en weten ze hoe ze bronmateriaal snel moeten analyseren om een volledig inzicht te krijgen in de algemene context, de belangrijkste feiten, de belangrijkste dynamiek, de spelers en de doelstellingen waar het om gaat, alsmede de gespecialiseerde terminologie. Net als communicatoren leveren vertalers communicatiediensten: ze werken voor een klant, ze geven stem aan hun boodschap, ze hanteren woorden, teksten en genres om aan specifieke instructies bij communicatie-opdrachten te beantwoorden. Net als boodschappers zijn vertalers doelbewust: zij weten dat het discours van de klant zelden kan worden overgedragen omdat het is opgesteld binnen de "comfortzone" van de klant. Het wordt immers gekenmerkt door vakjargon en -begrippen, logische shortcuts en algemene denkpatronen die paradoxaal genoeg op de een of andere manier moeten worden afgezwakt opdat het brondiscours zo efficiënt door het doelpubliek kan worden ontvangen als de klant dat wenst.

Op basis van deze logica, kan men zelfs een radicalere "niet-vertaal"-conclusie trekken: zodra de stagiairs het nut van communicatie voor vertaling hebben ingezien, de missie van vertaling voor communicatie hebben begrepen en hebben ingezien dat zij zich inderdaad op een gelijk speelveld met communicatoren bevinden, kunnen ze de grote stap zetten en ervoor kiezen om na afstuderen hun loopbaan in het communicatiedomein voort te zetten. Bovendien komt er een aanzienlijk pluspunt bij op hun cv: talenkennis en brede taalvaardigheden die niet gebruikelijk zijn bij afgestudeerden in de communicatiesector en bijzonder gewaardeerd worden door organisaties die internationaal actief zijn. Banen waarbij schriftelijke (meertalige) communicatie een rol speelt – zoals sociale mediamanager, pr-specialist, persvoorlichter, redacteur, copywriter, contentmanager, SEO-specialist, lokalisatiemanager - komen in aanmerking, net als functies die niet specifiek op schrijven gericht zijn, of het nu gaat om gespecialiseerde functies – zoals eventmanager of webanalist – of eerder om allround functies – interne of externe communicatiemedewerker of key accountmanager, bijvoorbeeld. Meer strategische functies kunnen worden bekleed na enige jaren ervaring.

Een stap vooruit: interculturele communicatie

Eén sleutelwoord is tot nu toe tussen haakjes blijven staan: "intercultureel". De kruisbestuivende relatie tussen vertaling en communicatie die ik hier heb proberen te schetsen, kan niet volledig worden geschetst zonder interculturaliteit in het beeld op te nemen.

Bij ISIT is communicatie immers niet zomaar communicatie, zij het in de zin van een discursieve praktijk of op professioneel niveau. Communicatie is in de eerste plaats intercultureel. Met andere woorden, het is diep verweven met interculturele studies: een netwerk van theorieën en benaderingen gericht op het beschrijven en begrijpen van de invloed van cultuur op een reeks verschijnselen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, sociaal gedrag, bestuur en management, artistieke creatie, menselijke interactie, acties en communicatie in de internationale politiek en het bedrijfsleven. Dit netwerk draait rond verschillende polen, die ik voorlopig als volgt zal samenvatten: algemene theorieën over cultuur (culturele benadering); contrastieve studie van culturen op basis van beschrijvende categorieën (interculturele benadering); studie van de interactie tussen individuen en groepen die tot verschillende culturen behoren (interculturele benadering); managementkwesties toegepast op multiculturele teams; sociale en bestuurlijke kwesties in verband met de ontmoeting en het naast elkaar bestaan van verschillende culturele groepen.

Er moet één methodologische kanttekening worden gemaakt: cultuur mag niet uitsluitend beschouwd worden als iets dat verband houdt met nationale groepen (mits het bestaan van duidelijk afgebakende geografische of etnische clusters epistemologisch wordt erkend en/of aanvaard), maar moet veeleer worden beschouwd – nogmaals, sta mij toe hier een ruwe definitie te geven – als een geheel van kennis, waarden en praktijken die bijdragen tot de vorming van de mentaliteit van een individu of een groep en tot het bepalen van de wijze waarop deze de wereld begrijpt en met andere individuen en groepen interageert. In die zin kan cultuur verwijzen naar leeftijdsgroepen, beroepsgemeenschappen, clusters van consumenten, categorieën van doelpublieken voor informatie en communicatie ...

Bij het ISIT worden de studenten in het vertalen-voor-communicatie bewust gemaakt van dit theoretisch kader en verzocht na te denken over de invloed van culturele factoren op communicatieacties zoals die door een subject worden geproduceerd en worden ontvangen door partners die niet dezelfde culturele achtergrond hebben. Dit geldt in het algemeen voor de communicatie-activiteiten van de bovengenoemde actoren (bedrijfsleven, instellingen, media ...) en is van bijzonder belang voor het beheer van schriftelijke communicatie in vertaling. Meer expliciet: in communicatiehandelingen zijn taal, discours en tekstualiteit cultureel gemarkeerd. De studenten worden verzocht rekening te houden met de kloof die tussen productie en ontvangst kan ontstaan en in staat te zijn kritisch om te gaan met doelgerichte communicatieteksten om de communicatieve efficiëntie te herstellen. Daartoe worden ze opgeleid om interculturele agenten te erkennen en te ontwikkelen, d.w.z. zich bewust te zijn van de mogelijke culturele kloof tussen communicatiesubjecten en hun partners; de wederzijdse percepties van deze actoren en de mogelijke gevolgen van dergelijke percepties voor geproduceerde discours- en ontvangstpatronen te analyseren; hun eigen culturele vooringenomenheid te erkennen en vertrouwen te krijgen in hun eigen communicatieve actie als vertalers-voor-communicatie.

In die zin kunnen intercultureel en communicatief bewustzijn (ik zou zelfs zeggen competenties?) van vertalers actoren maken, hen bewust maken van hun onderscheidende waarde en hen helpen om zich te ontplooien op welke markt dan ook. Immers, als "vertalen communicatie is", zou men kunnen denken aan een grote gedeelde professionele ruimte waar hybridisatie inderdaad de sleutel tot succes is.

Bijzonderheden

Datum publicatie
30 september 2020
Taal
BulgaarsNederlandsEngels
EMT-categorie
Vertaalcompetenties