Ontwikkeling van een nieuwe vertaalopleiding aan de Vertaal- en Tolkfaculteit - School voor Internationale Tolken van de Universiteit van Bergen (UMONS).
In oktober 2019 begon de Professional Renewal Group, die als opdracht had zich te beraden op een nieuwe masteropleiding die specifiek is afgestemd op de opleidingsbehoeften van toekomstige vertalers, aan haar eerste vergadering. Dit was nodig, vooral omdat het beroep van vertaler sterk is veranderd onder invloed van nieuwe technologieën en artificiële intelligentie. Hoewel zo'n vijftien jaar geleden niet alle vertalers overtuigd waren van het nut van vertaalgeheugens, deze databanken die binnen een tekst de zinnen, delen van zinnen of alinea's kunnen herkennen die eerder door een computersysteem zijn vertaald en in het geheugen zijn opgeslagen, heeft de vertaalwereld deze steeds verbeterende geheugens tegenwoordig zo goed geïntegreerd dat men zich niet meer afvraagt of het systematisch gebruik van vooraf vertaalde segmenten nuttig is voor het vertaalprobleem. Desondanks is de koppeling tussen de bronzin en het automatische voorstel allesbehalve eenvoudig, waardoor de beginnende vertaler in het kader van zijn of haar opleiding bewust moet worden gemaakt van de wijze waarop de voorgestelde segmentparen moeten worden gevalideerd, van de wijze waarop aligneringsfouten als gevolg van structurele verschillen moeten worden opgespoord; hij of zij moet worden getraind in de noodzaak deze te corrigeren, zelfs als de rechtlijnige indeling tussen de doelzin en de bronzin een perfecte match tussen de te vertalen tekst en de vertaalde tekst suggereert.
Een nieuwe rol voor de vertaaldocent?
De opkomst van nieuwe technologieën draagt er eveneens aan bij dat niet alleen de rol van de vertaler opnieuw wordt gedefinieerd, maar ook de functie van de vertaalleraar, wiens status plotseling in twijfel wordt getrokken. Wat zal de rol van de docent voortaan zijn? Een taalkundige? Een projectmanager? Dient hij of zij grammatica of technologische vaardigheden te onderwijzen? Hoe zal hij of zij eruitzien? Wordt het vergelijkende stilistiek? Projectmanagement, vertaaltheorie of zelfs soft skills? Voor de Professional Renewal Group, bestaande uit docent-vertalers, docent-tolken en docent-onderzoekers, vormden deze vragen de basis van onze discussies. Maar hebben we de bestaande scheidingslijnen kunnen doorbreken? Eén ding is zeker: de heterogene samenstelling van de groep, die bestond uit vertaal"professionals" en -"theoretici", beginnende en ervaren onderzoekers, vertalers en tolken uit de praktijk, was een zeer verrijkend element en de voorwaarde voor de uitwerking van een programma dat moest beantwoorden aan de toenemende behoefte van de markt aan taalkundige, technologische, interpersoonlijke en interactieve vaardigheden.
Binnen de groep waren wij het er vrij snel over eens dat de nieuwe technologieën een integrerend deel moesten uitmaken van de algemene opbouw van het opleidingsprogramma. De uitdaging was, gezien de pluraliteit van de CAT-tools (Computer Assisted Translation) en tools voor vertaalgeheugens, enerzijds na te denken over de wijze waarop technologische hulpmiddelen in de opleidingsactiviteiten moeten worden geïntegreerd, en anderzijds de vaardigheden te ontwikkelen die een toekomstige vertaler moet verwerven om zo een gemakkelijke interactie met de machine mogelijk te maken. Tijdens onze pittige discussies en debatten kwamen we tot de conclusie dat we op zoek waren naar een "Matroesjka" van de opleiding, waarbij het beeld van de Russische pop impliceert dat een opleidingsprogramma moet worden opgevat als een geheel, als een omhullende of groeperende eenheid, waarbij elk element op de een of andere manier verbonden is met een ander element, zoals de verschillende figuurtjes die allemaal in afnemende volgorde gestapeld zijn in een groter figuurtje.
Het competentiekader van de EMT
Voor het leggen van causale verbanden tussen de inhoud van de overdrachten de aan te leren competenties hebben we ons gebaseerd op het competentiekader dat is opgesteld door de leden van de Raad van de European Master in Translation. Dit referentiesysteem, dat uit vijf grote domeinen bestaat ("Taal en cultuur", "Vertaling", "Technologieën", "Persoonlijk en interpersoonlijk", "Dienstverlening"), oriënteert de opleiding van de vertaler naar een vertaaldienst die beantwoordt aan de verwachtingen van de markt en aan de ethische codes die in de lidstaten van de Europese Unie gelden. Aangezien het zich richt op vaardigheden die rechtstreeks verband houden met de vereiste expertise in de beroepswereld, dwingt het de gebruikers zich te onderwerpen aan de realiteit: enerzijds de essentiële voorwaarde van de nieuwe technologieën en anderzijds de (even essentiële) toegenomen behoefte aan interculturele bemiddeling. Dankzij het referentiekader konden wij dus overgaan tot een volledige herdefiniëring van het interculturele doel, dat naast een hoog niveau in de vreemde taal ook interactieve vaardigheden beoogt. Het Europees referentiekader is een doeltreffend instrument gebleken omdat het de tweevoudige dimensie van een extreme zorg voor specificiteit en een globaliserende benadering van de vertaalopdracht combineert. Het voordeel van een dergelijke combinatie is dat de opleiding van de vertaler wordt gericht op een meer geïntegreerde opleiding en op een aanbod van vertaaldiensten dat werkelijk gericht is op maatschappelijke behoeften en zelfs op de behoeften van het individu. Alhoewel de nieuwe masteropleiding van de vertaalfaculteit van de Universiteit van Bergen niet wil beweren een "opleidingsfilosofie" te hebben bereikt, biedt zij de vertaler in spe een opleiding aan "waarin alles met elkaar verbonden is". Er rest ons alleen nog de proef op de som te nemen: in september 2022 zal onze nieuwe opleidingsfilosofie in praktijk worden gebracht.
Over de noodzaak te voldoen aan de eisen van de professionele markt
Zoals eerder vermeld, bestaat de Professional Renewal Group uit onderzoekers en docenten die het beroep van vertaler en tolk uitoefenen. Deze heterogeniteit biedt de leden van deze groep de mogelijkheid rekening te houden met alle aspecten van het beroep en de vereisten ervan, en deze te integreren in de universitaire opleiding. Zoals hierboven vermeld heeft het Competentiekader EMT niet alleen een basis, maar ook een uitgangspunt voor reflectie en discussie gevormd.
Daarnaast heeft de groep zich via een enquête gericht tot afgestudeerde studenten. Het doel was na te gaan welke beroepen zij uitoefenden, welke van de vaardigheden die zij tijdens hun studie hadden verworven hen het meest hadden geholpen, en welke vaardigheden zij beschouwden als ontbrekend of onvoldoende. De resultaten van deze enquête waren dus bijzonder interessant en informatief; zij gaven stof tot nadenken, versterkten sommige ideeën voor nieuwe benaderingen en schrapten andere.
Dankzij de ervaring van de "professionals" in de groep, gecombineerd met de resultaten van de enquête, konden wij de onbeantwoorde opleidingsbehoeften in ons programma nauwkeuriger en specifieker definiëren en combineren met vertaaltheorieën. Vanaf het begin was het duidelijk dat de integratie van de theorie in het praktijkgericht onderwijs en het volgen van de veranderingen in het beroep (waaronder de opkomst en het gebruik van nieuwe technologieën zoals hierboven vermeld) belangrijke pijlers van het toekomstige werk zouden zijn. De behoefte aan meer flexibiliteit, aan sneller werken, aan het aanpassen aan het (nieuwe) domein van de lokalisatie en aan het ontwikkelen van vaardigheden in post-editing moest worden aangepakt, als de studenten na hun studies goed en efficiënt aan de slag wilden kunnen. In feite zijn al deze elementen de drijvende kracht - en ook een maatstaf - geweest bij het uitwerken van deze nieuwe masteropleiding.
Aangezien het doel van een universitaire vertaal- of tolkopleiding is om kennis over te dragen, expertise aan te leren en het essentiële evenwicht tussen deze twee aspecten van het vak te behouden, was het van cruciaal belang om te kunnen steunen op betrouwbare en belangrijke elementen.
Waarom zou je die veranderingen pas tijdens de masteropleiding doorvoeren?
Het evenwicht tussen praktijk en theorie kan pas worden bereikt wanneer een stevige theoretische basis is gelegd. Daarom kan de integratie van het aspect 'professionalisering' in de opleiding niet te vroeg beginnen.
Studenten die aan een masteropleiding vertalen of tolken beginnen, moeten al een degelijke taalkundige en culturele kennis, een zekere beheersing van interpersoonlijke vaardigheden, de beheersing van technologische basistools (zoals Word, Excel, enz.) en goede vertaalvaardigheden hebben verworven. Zij moeten ook bepaalde vertaalreflexen hebben verworven. Net zoals men geen huis bouwt zonder fundamenten, bouwt men geen expertise op zonder kennis.
Zonder deze fundamenten bestaat het gevaar dat men een vertaler wordt wiens werk niet beter is dan dat van een machine, omdat deze vertaler het geleerde niet gebruikt, zijn vertaling niet kritisch bekijkt en zijn analytisch vermogen niet gebruikt. Toekomstige vertalers moeten een meerwaarde bieden, anders zal de machine ze snel vervangen.
Daarom richt het ontwerp voor deze nieuwe opleiding zich uitsluitend op de masteropleidingen.
Het heeft lang geduurd, maar de nieuwe masteropleiding van de faculteit Vertalen en Tolken van de Universiteit van Bergen is klaar en legt de noodzakelijke verbanden tussen theorie en praktijk, kennis en expertise, oude en nieuwe vaardigheden, nieuwe technologieën en kritisch denken.
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 4 november 2021
- Taal
- Nederlands
- Engels
- EMT-categorie
- Activiteiten van het EMT-netwerk